Vitamine A, B, B12, C, D, E en ijzer, calcium, folium, enz
Vitaminen zijn stoffen die het menselijk lichaam nodig heeft om te groeien en normaal te functioneren. Er zijn 13 vitaminen die het lichaam nodig heeft. Zij zijn de vitamines A, C, D, E, K en de B-vitamines (thiamine, riboflavine, niacine, pantotheenzuur, biotine, vitamine B-6, vitamine B-12 en foliumzuur). De meeste vitaminen haalt men uit het voedsel dat men eet. Het lichaam kan zelf ook vitamine D en K aanmaken. Mensen die vegetarisch zijn, moeten een vitamine B12 supplement nemen.
Vitaminen
Er zijn in totaal dertien vitamines:
- vier vetoplosbare vitamines (vitamine A, vitamine D, vitamine E en vitamine K); en
- negen wateroplosbare vitamines (B1, B2, B3, B5, B6, B8, B11 - foliumzuur - en B12 en vitamine C).
Vetoplosbare vitaminen
Vetoplosbare vitaminen kunnen in de weefsels van het lichaam worden opgeslagen. Wateroplosbare vitaminen kunnen daarentegen niet goed worden opgeslagen, met uitzondering van vitamine B12. Een teveel van deze vitaminen wordt via de urine uitgescheiden.
Functie vitaminen
Elke vitamine heeft specifieke taken. Bij inname van te lage niveaus van bepaalde vitaminen, kan men op den duur een deficiëntieziekte ontwikkelen; een ziekte die het gevolg is van een tekort aan een bepaalde stof. Sommige vitamines kunnen helpen bij het voorkomen medische problemen. Vitamine A voorkomt bijvoorbeeld nachtblindheid.
Voeding
De beste manier om voldoende vitaminen binnen te krijgen, is door een gevarieerd en evenwichtig dieet. In sommige gevallen moet iemand dagelijks een multivitamine innemen voor een optimale gezondheid.